Als Mejuffrouw Begeer nog geleefd had, zou ze dit jaar 105 jaar geworden zijn. Inmiddels is het echter al weer al weer tien jaar geleden dat Mej. Begeer overleed en de Stichting tot Behoud van Cultuurhistorische Buitenplaatsen het beheer van Berbice van haar overnam. Een goed moment om terug te kijken en vooruit te blikken.
Op 20 september werd tijdens een feestelijke bijeenkomst herdacht hoe inspirerend en belangrijk Mej. Begeer was en nog steeds is voor Berbice. Het was daarnaast ook een prachtig moment om te vieren dat de buitenplaats op vele fronten een hernieuwd gezicht heeft gekregen. Met de recent afgeronde restauratie van de oranjerie zijn nu alle gebouwen op de buitenplaats van buiten in volle glorie hersteld. Alle personen en instanties die hieraan hebben bijgedragen waren dan ook uitgenodigd om samen te overzien wat met hun onmisbare steun tot stand is gebracht.
Zo was onder meer de Zuid-Hollandse gedeputeerde Willy de Zoete aanwezig. “Als we zuinig willen zijn op ons erfgoed, laten we er dan ook wat voor over hebben”, was haar devies. Dat heeft de provincie zeker al waar gemaakt in de afgelopen jaren. Hopelijk zet zich dat door nu Berbice recent een aanvraag heeft ingediend voor restauratie van het Zocherpark en de 17e-eeuwse tuinmuren.
Remko Posthuma memoreerde hoe uniek en vooruitstrevend Mej. Begeer is geweest. In 1971 richtte zij Oud Groen en Leefbaar Voorschoten (OGLV) op, om ook andere bedreigde monumenten en groen in het dorp van sloop of verminking te redden. Door dit soort inspanningen en bijbehorende rechtszaken schoot de aandacht voor huis en opstallen er vaak bij in. Die keer dat zij zelf bij een rondleiding bij de oranjerie kwam en het volledige balkon eraf gevallen was, werd er simpelweg geconstateerd dat daar nog wel iets aan moest gebeuren. “Bij vragen over onderhoud vanuit onze stichting was Mejuffrouw Begeer altijd héél duidelijk: ‘Dat mogen jullie later doen’ zei ze dan”, aldus Posthuma, die zich daar dan ook met het hele bestuur en de vele vrijwilligers sinds 2009 onafgebroken voor in zet.
Naast de ontwikkeling van een visie voor de toekomst en uitgebreid historisch onderzoek, waren de diverse fondsen en sponsoren natuurlijk onmisbaar om het vakkundige herstel door bouwbedrijf Burgy mogelijk te maken. De bijdragen van de provincie, Gemeente Voorschoten, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, het Prins Bernhard Cultuur Fonds en vele andere grote en kleinere fondsen, hebben niet alleen herstel van het hoofdhuis, de portierswoning en de 17e-eeuwse oranjerie mogelijk gemaakt, maar ook de restauratie van de hekken, de herbouw van het Schuytenhuis, en de aanvang van het parkherstel.
Er is echter nog steeds genoeg te doen. Zo wachten park en het interieur nog op enkele grotere en kleinere ingrepen. Maar er is ook werk te verzetten in het waarborgen van de bekendheid en betekenis van deze bijzondere buitenplaats. En daar ligt een belangrijke taak voor de Vrienden van Berbice. De Vrienden kunnen in de komende jaren zorgen voor een groeiend draagvlak in het dorp en daar buiten. De gestaag groeiende groep Vrienden draagt daar aan bij, maar met de organisatie van activiteiten kunnen de betekenis en het verhaal van Berbice ook in de toekomst worden doorverteld. Die taak ligt, dankzij Mej. Begeer, in handen van de Stichting tot Behoud van Cultuurhistorische Buitenplaatsen en de Vrienden van Berbice, inclusief alle vrijwilligers.
Marjoleine Kooper-Huijgen